BouwLab R&Do: Digital Twin voor de woningbouw

Wat levert een Digitial Twin op voor de woningbouw? Dat was vrijdag 3 november het gespreksonderwerp van de workshop die werd verzorgd door Wilfred van Beuningen van BouwLab R&Do tijdens de marktinnovatiedag van DigiC. Dit artikel zet de belangrijkste inzichten van de workshop op een rij.

21 november 2023 3 minuten

BouwLab R&Do is een innovatiehub voor digitalisering en industrialisering van de complete bouwketen, waar op een laagdrempelige manier, zonder spelregels, direct aan de slag kan worden gegaan. Het is een unieke plek in de Metropoolregio Amsterdam waar wordt geëxperimenteerd en ge-co-creëerd door (MKB)-ondernemingen uit de bouwsector. Dit wordt gedaan door architecten, toeleveranciers, bouwbedrijven en alles ertussenin.

De belangrijkste inzichten
We zitten midden in een driedelige transitie, namelijk de energietransitie, de materialentransitie (circulaire transitie) en de sociale transitie. Hierbij wordt de sociale transitie nog wel eens vergeten. Je hebt techniek nodig, maar ook mensen die de toegevoegde waarde van bijvoorbeeld kunstmatige intelligentie inzien. Daarbij kan een digital twin nog meer uitkomst bieden dan een BIM-model. Een BIM-model bestaat uit de virtuele omgeving, waar een digital twin dynamisch is en uit de virtuele omgeving én de werkelijke omgeving bestaat.

BouwLab ondersteunt een Community of Practice (CoP) bestaande uit vijf woningcorporaties die zich als doel hebben gesteld om invulling te geven aan de digitale woning van de toekomst. Hier willen zij een digital twin voor inzetten die gericht is op het onderhoud en verduurzamen van bestaande woningen. Hiervoor is er onderzoek gedaan naar bestaande use cases en business cases, waaruit duidelijk is geworden dat het nog ontzettend moeilijk is om de toegevoegde waarde van een digital twin voor (bepaalde delen van) een woning te berekenen. Uit deze analyse is gebleken dat datagestuurd onderhoud veel waarde kan toevoegen voor woningcorporaties. Zo wil de Alliantie op den duur niks meer met onderhoud te maken hebben, doordat de digital twin alle aannemers rechtstreeks kan aansturen. Een aantal woningcorporaties hebben hun onderhoudswerkzaamheden al afgestemd op een wijze waar datagedreven werken centraal staat. Hierdoor kan het bedrijfsproces effectiever en efficiënter vormgegeven worden.

De uitdagingen van het implementeren van een digital twin gaan niet alleen over techniek. Meer nog is het een transitievraagstuk, waarbij standaardisering heel belangrijk wordt, net als het hebben van een datastrategie waarop je als organisatie kunt voortbouwen. Die datastrategie is ook belangrijk bij het faciliteren van transparantie, bijvoorbeeld door het includeren van een juridische constructie over het delen van data in de inkoopvoorwaarden. Op dit moment wordt belangrijke informatie nog weinig met elkaar gedeeld. Dit biedt echter wel vele kansen op het gebied van energie, circulariteit en milieu door het uitvoeren van onderhoud op het optimale moment, hergebruik en minder reiskilometers.

Hoe zorg je dat het concept digital twin van de grond kan komen en van waarde kan zijn in de bouwsector?
Wat is er nodig om ook doorrekeningen te maken op het vlak van circulariteit? Op welke manier kunnen/willen partijen aanhaken? En wat hebben partijen daarbij nodig? Tijdens het interactieve deel van deze workshop was het doel het inbrengen van de eigen ideeën, kennis, en behoeftes van de aanwezige partijen. Aan de hand van deze vragen ontstond een levendige interactie tussen de aanwezigen en zijn de volgende behoeftes opgehaald:

  1. Om circulariteit meetbaar te maken moeten er keuzes worden gemaakt in welke standaarden worden gebruikt om circulariteit te definiëren zodat een éénduidige methode kan worden gehanteerd. Naast standaardisering is er ook behoefte aan meer en betere productdata, evenals MPG-data (Milieu Prestatie Gebouwen) over historisch materiaal. Deze informatie moet beschikbaar worden gesteld door middel van een materialenpaspoort.
  2. Het is lastig om een markt te creëren voor circulariteit, waarbij de MPG en de huidige infrastructuur voor obstakels zorgen. De investeringen in de keten staan nu los van elkaar en dat leidt tot een heel onvolwassen markt. Enerzijds wordt er geïnvesteerd in het ontwikkelen van meer verschillende bouwmarktplaatsen dan er nodig zijn, anderzijds heeft degene die nu verantwoordelijk is voor de ontwikkeling van een gebouw geen baat bij de waarde die materialen hebben in de toekomst. De prijs van CO2 van bouwmaterialen kan hier een stimulans in bieden: als deze wordt opgehoogd, ontstaat er een verhoogde prikkel voor het hergebruiken van bestaande materialen al in de ontwikkelingsfase van de bouw.
  3. Partijen kunnen aanhaken door zich te conformeren naar de DSGO-keurstandaarden van digiGO, waardoor data tussen partijen gemakkelijk kan worden gedeeld en ketenpartners efficiënter en duurzamer kunnen samenwerken.
  4. Het is belangrijk dat partijen elkaar wat gunnen. Kennisdeling zoals een open kostprijscalculatie, of geleerde lessen van zowel successen en teleurstellingen is cruciaal voor de ontwikkeling in de hele bouwsector.
  5. Er is behoefte aan duidelijkheid over wie er verantwoordelijk moet zijn voor bouwmaterialen nadat een gebouw is gebouwd. Hierbij is een terugnamegarantie van materialen door de makers nodig om de circulaire bouw een boost te geven, maar vraagstukken rondom eigenaarschap van het gebouw zelf blijven punt van discussie.

DigiC spreekt verder met Wilfred en Bouwlab R&Do over de komende twee jaar van de digital twin voor de woningbouw en hoe we circulariteit hierin mee kunnen nemen. Verschillende suggesties zijn tijdens deze workshop al voorbijgekomen, maar mocht je hier ook over mee willen denken of ben je een woningcorporatie en wil je zelf ook deelnemen aan de Community of Practice ‘Digitale huis van de toekomst’, mail dan naar info@digicnl.nl.

Op de hoogte blijven van innovaties en ander ondernemersnieuws?