We leven in een wereld waarin het delen van data heel normaal is. Privacy lijkt steeds minder waarde te hebben, en het is vaak de norm dat iedereen alles van elkaar mag weten. Vooral sociale media hebben ervoor gezorgd dat we een complete digitale avatar van onszelf hebben gecreëerd.
Hoe anders is dit bij het delen van data voor conceptueel ontwikkelen en bouwen. Fabrieksmatig en industrieel bouwen, parametrisch ontwerpen, en het inzetten van dynamische BIM-modellen om de klantreis te visualiseren: voor veel traditionele bouwers is dit duizelingwekkend. Verandering en transitie op dit vlak blijken vaak complexer dan gedacht. Bovendien ontbreekt er een eenduidige aanpak om de enorme woningopgave aan te pakken.
Conceptueel ontwikkelen en bouwen vraagt om een andere benadering van ontwikkeling, engineering, inkoop en uitvoering.
Er zijn inmiddels meer dan honderd woningconcepten beschikbaar via conceptaanbieders. Conceptueel Bouwen presenteert deze op Conceptenboulevard.nl. Dit platform verbindt vraag en aanbod. In vier eenvoudige stappen kunnen woningconcepten worden gevonden die aansluiten bij specifieke eisen. Hoe beter de prestatie-eisen zijn gedefinieerd, hoe relevanter de zoekresultaten. De product-marktcombinaties (PMC’s) zoals beschreven in De Woonstandaard helpen opdrachtgevers, conceptaanbieders en gemeenten om helder en consistent over PMC’s en prestatie-eisen te communiceren.
Door deze werkwijze kunnen we veel tijd en geld besparen: conceptueel ontwikkelen en bouwen kan circa 40 procent sneller en 20 procent goedkoper zijn dan traditionele bouwmethoden.
Waar gaat het mis?
Anno 2024, terwijl alle techniek en digitale tools beschikbaar zijn, komt slechts 15 procent van de nieuwbouwwoningen uit de fabriek. Hoe kan dat? Is er een lobby die fabrieksmatig bouwen tegenhoudt? Zijn bewoners van traditioneel gebouwde woningen bang voor prijsdalingen door de massale bouw van “goedkope prefab huizen”? Investeren in fabrieksmatig bouwen is duur en tijdrovend, wat de schaal van initiatieven beperkt. Daarnaast wordt de uitwisseling van data tussen fabrieken om vraag en aanbod te coördineren, nog maar op kleine schaal toegepast. Opschaling is cruciaal!
Maar opschaling kan alleen worden bereikt als iedereen stopt met het opnieuw uitvinden van het wiel. Het is tijd voor intensievere en grootschalige samenwerking tussen bouwers, investeerders en andere belanghebbenden. Dit zorgt niet alleen voor risicospreiding, maar vergroot ook de levensvatbaarheid van productielocaties. Schaalvoordelen en efficiëntie zijn daarbij duidelijke voordelen, evenals de verminderde kwetsbaarheid doordat fabrieken ook voor derden kunnen produceren. Maar juist daar wringt de schoen: er is een tweespalt in de markt die opschaling tegenhoudt.
Het dilemma
Grote bouwers investeren in eigen fabrieken met eigen protocollen. Bedragen tussen de 150 en 300 miljoen euro voor een volledig gerobotiseerde fabriek zijn geen uitzondering. Hierdoor willen ze hun data niet delen, omdat ze eerst hun investering willen terugverdienen.
Aan de andere kant zijn er partijen die met “virtual factoring” datasets delen met verschillende “white label”-fabrieken die voor meerdere opdrachtgevers vergelijkbare opdrachten uitvoeren. Zij hebben minder angst om data te delen, maar werken wel met strikte afspraken over geheimhouding en gebruik van de datasets.
De oplossing
Om conceptueel en fabrieksmatig bouwen écht op te schalen, is een systeemwijziging noodzakelijk. Alleen als de bouwsector digitalisering omarmt, samenwerkt en bereid is data te delen, kan de bouwopgave goedkoper, efficiënter en duurzamer worden ingevuld. Dit leidt niet alleen tot een lagere CO2-uitstoot en meer hergebruik van materialen, maar geeft ook een impuls aan de inzet van biobased materialen. Dit alles is pure winst en een noodzakelijke stap om de klimaatdoelstellingen van 2030 te halen. Zonder deze digitale revolutie is dat doel onhaalbaar!
Dus alle bouwers, ontwikkelaars, architecten, gemeenten, toeleveranciers en andere betrokkenen in de bouwketen:
Word lid van DigiC, sluit je aan bij de koplopers en laten we samen ervoor zorgen dat conceptueel ontwikkelen en fabrieksmatig bouwen “het nieuwe normaal” worden in de bouw!